Stel, je kocht in het najaar van 2019 een Buitenstate, een landelijk gelegen woning, in Utrecht. Voor de toen gemiddelde prijs (mediane transactieprijs) van 729.100 euro. Dan zou die woning, als je ‘m nu verkocht slechts 30% meer waard zijn geworden en zou je een mediane transactieprijs van 945.300 euro mogen verwachten. Wie daarentegen een Groningse Buitenstate kocht, blijkt nu spekkoper. De afgelopen vijf jaar is dat segment gemiddeld 60% in prijs gestegen. Ooit gekocht in het najaar van 2019, zou de prijs mediaan zijn gestegen van 293.700 euro naar 470.800 euro nu. Even in vergelijk: de mediane prijs van de plattelandswoning in Nederland steeg de afgelopen vijf jaar van 500.400 euro naar 725.600 euro (45%). Dat is vergelijkbaar met de reguliere woningmarkt. Een Groningse Buitenstate bleek dus een optimaal renderende vastgoedinvestering.
Nu zijn de hierboven genoemde provincies Groningen (extreem goedkoop) en Utrecht (extreem duur) de 2 meest uiteenlopende in de Buitenstate data, maar de trend ‘Goedkoop geeft hogere kans op prijsstijging’ geldt in mindere mate voor heel Nederland. Wie in 2019 in één van onze goedkoopste provincies Drenthe ging ‘Drentenieren’ kon bij verkoop in 2024 58% prijsstijging op de landelijk gelegen woning tegemoet zien, een soortgelijk scenario speelde zich af in Overijssel. In één van de duurste provincies, Zuid-Holland, bleef de prijsstijging hangen op 42%. Wat is hier aan de hand? Hoe kunnen we de cijfers duiden? Volgens ir. Richard Roefs, directeur van Bernheze Makelaars in Uden, zou deze ontwikkeling een soort inhaalrace kunnen zijn die gerealiseerd wordt op het platteland. ‘En dat telt harder door in de provincies met veel platteland.’
Inhaalrace
In veel opzichten loopt de reguliere woningmarkt parallel aan de markt van plattelandswoningen en worden beide markten beïnvloed door de conjunctuur. Toch zijn de kenmerken net even anders. De plattelandsmarkt werkt met kleine aantallen, naar schatting maakt het nog geen 5% uit van de gehele woningmarkt. Daarnaast zijn plattelandswoningen unieke objecten die schaarser zullen worden. Hoe meer krapte, hoe duurder. Een voorproefje zagen we in 2021 toen de mediane transactieprijs voor een plattelandswoning mede door de enorm toegenomen vraag tijdens de COVID pandemie, met maar liefst anderhalve ton ofwel 25% steeg. Richard Roefs: ‘Door corona is wonen voor veel mensen in een ander perspectief geplaatst. Onder andere remote werken vanuit huis heeft ervoor gezorgd dat afstanden minder belangrijk zijn geworden. Daardoor zien we in het hele land dat Randstad versus rest van Nederland, maar ook stad versus platteland dichter bij elkaar zijn gekomen. Ook als het gaat om prijsverschillen in wonen. Het platteland zit stevig in de lift.’ Ook die tendens verklaart de prijsstijgingen in goedkopere provincies als Groningen, Overijssel en Drenthe. De prijs-kwaliteitverhouding is hier nog zoveel beter, de al eerdergenoemde inhaalrace laat prijzen sneller stijgen.