Slot
Dertig jaar later stopt de familie met de rederij en beginnen ze een handelsonderneming en gaan ze in bankzaken. Ook kopen ze flink wat lappen grond waarop ze landheertje speelden, met name rond de heerlijkheid Noordeloos. Daar woont Maria Johanna in een fraai slot in neogotische stijl, omringd door een handjevol boerderijen. De Hobokens doen het landgoed in de jaren zestig van de vorige eeuw van de hand. Het kasteeltje staat daarna te verslonzen en gaat -dat kun je verwachten- tegen de grond. Met de belofte van de gemeente dat ervoor ‘iets gelijkwaardigs’ terugkomt, weet Leo. “Maar dat wordt een blokkendoos uit de jaren zeventig.” Alleen de gracht en enkele bomenlanen herinneren aan het slotrijke verleden. Net zoals de tweeling boerderij: ‘Maria Johanna’ met iets verderop ‘Anthony’, de naam van haar man Anthony Veder (1879-1928), ook zo’n vermaard Rotterdamse haven- en handelsfamilie.
Gijs en Janneke
Na de Tweede Wereldoorlog belandt de grootvader van Leo op de Maria Johanna Hoeve. Waarom hij juist daar vanuit Zwijndrecht terechtkomt, nee, dat weet Leo niet. Het is in ieder geval een gedwongen verhuizing. Zijn eigen boerderij is tijdens de oorlog afgebrand; een vluchtende geallieerde piloot moet zijn bommen dumpen en eentje valt precies op zijn boerderij. Leo: “Mijn grootvader is hier als pachtboer begonnen. Mijn vader heeft de melkveehouderij uitgebouwd.” Zestig koeien hebben Gijs en Janneke Kool. Ze mogen grazen op zestig hectare weidegrond. En dan komt begin 2000 de vraag: gaan we uitbreiden of stoppen we d’r mee.
Gaan we uitbreiden of stoppen we d’r mee.
Groepsaccommodatie
Leo heeft geen trek in een overname. Hij werkt wel op het land, maar dan als civiel ingenieur. Voor ingenieursbureaus en later de gemeente Gorkum. Moeten zijn ouders de boerderij dan verkopen? Zijn moeder heeft een beter idee: ‘Laten we een luxe groepsaccommodatie openen.’ Pardon? In Noordeloos weten ze niet wat ze horen. Toeristen in ons dorp? Die groepsaccommodatie is vast een ‘schuilnaam’ om arbeidskrachten uit het Oostblok te huisvesten met alle mogelijke overlast die daarbij hoort. Veel fiducie hebben de inwoners niet in hun plannen.
Gevoeligheden op tafel krijgen
Janneke zet door en Leo schuift aan, tijdens de eerste cursussen bij de Kamer van Koophandel. Ook ligt er een subsidiepotje klaar die ze mogen aanboren ‘bij de omvorming van een landbouwbedrijf tot een andere bestemming’. De gemeente heeft geen beleid nog op het gebied van toerisme. Leo: “Groepsaccommodatie, leuk, zegt de wethouder, dat gaan we doen. Met een korte procedure omgevingsvergunning.” Maar dan begint de gemeenschap te morren. “Wethouders zijn in de regel direct enthousiast. Totdat een buurman een kritische vraag stelt. Die hoeft helemaal niet tegen iets te zijn. De overheid is gewoon supergevoelig voor mogelijk boze burgers.”
Gevoeligheden en voormasseren
Zijn tip aan anderen die in het buitengebied iets willen opstarten. “Het is een traject dat je goed moet aftasten. Ga uitleggen wat je plannen zijn. Probeer gevoeligheden op tafel te krijgen en kijk breder dan je eigen idee.” En doe nog meer vooronderzoek. Ook naar bijzondere kikkertjes of salamanders wiens weideleven onbedreigd moet doorgaan.” Duidelijk: “Je hebt alles niet zelf in de hand.” Dat begint met het krijgen van vergunningen. “Je wilt aan de slag. Je gelooft in je plannen, maar die moet je eerst verkopen. Mensen gaan zich misschien ook met jouw plan bemoeien, en daar heb je eigenlijk geen zin in.” Het scheelt natuurlijk als je een jongen uit de streek bent. Dan ken je veelal de meeste lokale pijntjes. Maar dan nog. “Ga eerst met omwonenden je plannen bespreken. Maak kennis. Schep goodwill en vertrouwen.”
“Je wilt aan de slag. Je gelooft in je plannen, maar die moet je eerst verkopen. Mensen gaan zich misschien ook met jouw plan bemoeien, en daar heb je eigenlijk geen zin in.”
Heidesessies en B&B
De vergunning komt er. Zijn ouders verkopen een flink deel van grond (“Dat is eigenlijk hun pensioen”) en gaan met de verbouwing aan de slag. Hun groepsaccommodatie moet passen binnen de ‘bestaande contouren’ van de boerderij. In hun geval, een flinke ligboxstal (30 bij 12 meter) uit de jaren zeventig. Die wordt binnen een jaar afgebroken en weer opgebouwd. In 2008 gaan ze open. Twaalf kamers, elk met sanitair. Voor groepen, en B&B. Met ruimte voor vergaderingen, weidesessies en andere zakelijke bijeenkomsten. Mondjesmaat druppelden de gasten binnen. Leo: “We surfen voorzichtig mee met de opkomst van het agrotoerisme.”