Denkend aan Dommela
De Friese Wetlands. Een lustoord van water, riet, moerasbos, petgaten en smalle grasstroken. Dus niet vergeten waterdichte schoenen aan te trekken. Een wandeling door De Deelen. Veengebied met revolutionaire bodem.
“Het gras is erg zompig, vooral in de herfst en winter.”
“Dit is het. De mooiste zonsondergang in de buurt.” Hij kijkt over een oranjegele plas die wegrimpelt naar een oranje horizon, met dichtbij een koppeltje zwanen en in de verte de skyline van Aldeboarn. “Je hebt in deze hoek van Friesland niet echt veel grote meren, maar deze veenplas, nee, meer heb je niet nodig.” Voor Sierd Moll van de gelijknamige makelaardij uit Gorredijk is er geen mooier plek in Fryslân dan De Deelen. Een afgegraven veengebied dat bestaat uit een macramé van water, riet, moerasbosjes en smalle graslanden. Noem het de Friese Wetlands, en dat blijkt geen woord te veel. Je moet echt waterdichte schoenen aantrekken voor een wandelingetje door dit verborgen lustoord, weggestopt in een hoek tussen de A32 en A7 vlak boven Heerenveen. “Het gras is erg zompig, vooral in de herfst en winter.” Vandaar het vlonderpad. Met aan het eind dat o zo fijne uitzicht dat op warme zomeravonden vraagt om een picknickmandje en een flesje wijn. Sierd: “Dan moet je je wel goed insmeren tegen vliegjes, want die vinden de avondzon en dit uitzicht net zo fijn.”
Krimpend land
De Friese veenweiden. Een tien kilometer brede streep die loopt vanuit Stavoren tot voor Drachten, en vandaar omhoog naar Dokkum. Daar ligt jarenlang een dik tapijt van drassig veen. Om dat te ‘ontdrassen’, graven onze verre voorouders sloten, greppels en vaarten. Zo onttrekken ze het water uit het veen en droogt de bovenlaag uit, en kunnen rond 1000 de eerste boeren in het gebied gaan landbouwen en turfsteken. Een nadeel. Door die ontwatering krimpt het land en komt dat alsmaar lager te liggen. Op die plekken liggen nu Friese meren. “Stormen nemen af en toe een flinke hap uit de grond rond de afgegraven turfgebieden, en zo groeien die plassen uit tot fikse meren”, weet Sierd. In de Deelen blijven dat bescheiden watertjes. “Dat komt omdat de vervening er pas in 1900 begint en het land dus veel minder tijd krijgt te ontwateren en dus in te klinken.”